De bijvoeglijke naamwoorden zijn vrij makkelijk. Er zijn maar een paar regeltjes die je moet weten, dus daar ben je zo klaar mee. Bovendien gebruik je ze precies zoals in het Nederlands. Dat geldt eigenlijk ook voor de vergrotende en overtreffende trap. Wat lastiger misschien is de woordvolgorde. Dat behandelen we hier ook.
Adjectives - bijvoeglijke naamwoorden
De bijvoeglijke naamwoorden geven een omschrijving van iets of iemand. Ze kunnen op twee manieren worden gebruikt:
1 voor zelfstandige naamwoorden
a hopeless guy
a naff sweater
a great festival
a pathetic idea
2 na sommige werkwoorden. De meest voorkomende zijn:
- be, feel
I feel nauseous.
- look, seem, appear
He seems OK.
He appears to be fine.
- sound, smell, taste
It smells horrendous.
His cooking tastes horrid.
3 Pas op!
Sommige woorden kunnen zowel een bijvoeglijk naamwoord als een bijwoord zijn. Voorbeelden hiervan zijn:
daily, weekly, monthly, yearly, early
Het eerste daily is een bijvoeglijk naamwoord, het tweede een bijwoord.
vergrotende en overtreffende trap
De vergrotende en overtreffende trap van de bijvoeglijke naamwoorden in het Engels werkt het vrijwel hetzelfde als in het Nederlands. Er is één groot verschil: de Engelstaligen houden zich strikt aan de regels. Dat maakt het leren echter alleen maar makkelijker. Ze doen het als volgt:
1 Woorden met één lettergreep krijgen -er of -est als achtervoegsel.
cute, cuter, cutest
Als het woord eindigt met één klinker plus één medeklinker, dan verdubbel je die medeklinker.
fat, fatter, fattest
slim, slimmer, slimmest
2 Woorden met twee lettergrepen krijgen -er of -est toegevoegd als:
- de klemtoon op de tweede lettergreep valt
- of als ze eindingen in -le, -er, -ow, of y (die y wordt dan een i).
simple » simpler, simplest (-le)
clever » cleverer, cleverest (-er)
narrow » narrower, narrowest (-ow)
busy » busier, busiest. (-y)
Woorden met twee lettergrepen krijgen er more of most voor als de klemtoon op de eerste lettergreep valt.
'damaged » more damaged, most damaged
3 Woorden met drie of meer lettergrepen krijgen er ook more of most voor.
average » more average, most average
difficult » more difficult, most difficult
4 En dan zijn er natuurlijk altijd een paar uitzonderingen:
far » farther, farthest (USA)
far » further, furthest (UK)
good » better, best
little » less, least (beetje)
little » smaller, smallest (klein)
much » more, most
many » more, most
woordvolgorde
Hieronder laten we je nog even zien in welke volgorde je de bijvoeglijke naamwoorden zet, als je er meerdere achter elkaar gebruikt. Het komt overigens bijna niet voor dat je na een werkwoord meerdere bijvoegelijk naamwoorden gebruikt. Voor de zelfstandige naamwoorden komt het juist heel vaak voor. Het werkt zo:
1 meteen voor het zelfstandig naamwoord komen de bijvoeglijke naamwoorden die zeggen waarvoor iets is, wat het doel is.
a conference centre
a garden chair
2 daarvoor komen de bijvoeglijke naamwoorden die zeggen waarvan iets gemaakt is.
a brick conference centre
a plastic garden chair
3 dan komen de bijvoeglijke naamwoorden die iets zeggen over de afkomst.
Spanish leather riding boots
a Chinese wooden writing desk
4 vervolgens is het de beurt aan de kleuren.
brown Spanish leather riding boots
a black Chinese woorden writing desk
5 en als laatste (of eigenlijk als eerste) komen de woorden die iets zeggen over
- leeftijd
- vorm
- grootte
- temperatuur
De onderlinge volgorde van deze vier is vrij.
a round green Venetian glass ashtray
a big black Chinese wooden writing desk
a round big black Chinese wooden writing desk
a big round black Chinese wooden writing desk