engelse grammatica continuous

Klik voor Instagram

De Continuous is één van de drie -ing vormen en het wordt gebruikt bij gebeurtenissen die aan de gang zijn, precies op het moment dat je er over praat. Dat kan in het heden zijn, maar ook in het verleden of de toekomst.

Bij de Continuous eindigt het werkwoord altijd in -ing en het werkwoord gaat altijd samen met een vorm van het hulpwerkwoord to be. Als to be ontbreekt, is het geen Continuous, maar een andere -ing vorm!

Present Continuous

De Present Continuous wordt gemaakt met het hulpwerkwoord am/are/is + een werkwoord dat eindigt in -ing.

1 De Present Continuous wordt het meest gebuikt bij gebeurtenissen die aan de gang zijn als je erover praat.

Come on, we're waiting for you.
What are you doing?
Why is he standing on his head?

2 Vaak wordt de Present Continuous gebruikt bij veranderingen en ontwikkelingen.

The number of accidents is falling rapidly.
The weather is getting better.

3 De Present Continuous wordt ook wel gebruikt om over toekomstige gebeurtenissen te praten.

What are you doing this evening?
We're going to my sister's tomorrow.

Present Perfect Continuous

De Present Perfect Continuous maak je met het hulpwerkwoord has of have gevolgd door been + een werkwoord dat eindigt in -ing.

1 De Present Perfect Continuous gebruik je als je het hebt over situaties die in het verleden begonnen zijn en voortduren tot het heden.

There you are... I've been waiting for three hours.
You look hot... Yes, I've been running.

2 De Present Perfect Continuous wordt met name gebruikt bij acties en situaties die tijdelijk van aard zijn.

I've been walking all day.
She's been lying in bed all morning.

3 De Present Perfect Continuous geeft aan dat iets nog niet is afgelopen. Als het wel afgerond is gebruik je de Present Perfect.

I've been reading your book
(het is nog niet uit)

I've read your book
(ik heb het uit)

Past Continuous

De Past Continuous wordt gemaakt met het hulpwerkwoord was/were + een werkwoord dat eindigt in -ing.

1 De Past Continuous wordt het meest gebuikt bij gebeurtenissen die al aan de gang waren op een bepaald moment in het verleden.

What were you doing yesterday morning?
Last summer he was diving in Thailand.

2 Vaak wordt de Past Continuous gebruikt samen met de Past Simple. De Continuous verwijst dan naar een gebeurtenis, en de gewone verleden tijd naar iets wat dat onderbreekt.

Lisa was dancing with Jake, but when she saw me she stopped.
The phone rang while we were having a bit of fun.

3 Verder wordt de Past Continuous gebruikt bij situaties die tijdelijk zijn.

I was singing in a band for a day.
She was running downstairs when the roof collapsed.

4 De Past Continuous wordt ook gebruikt om wat vriendelijker over te komen.

He was hoping you were coming.
I was wondering why you left.
He was thinking of calling you.

Past Perfect Continuous

De Past Perfect Continuous maak je met het had gevolgd door been + een werkwoord dat eindigt in -ing.

1 Je gebruikt het als je praat over iets dat duurde tot het moment in het verleden waar je het over hebt.

They had been flying for five hours when the storm broke out.
I had been kissing Joan when her ex phoned.
When they finally arrived, I had been waiting one bloody hour.

Future Continuous

The Future Continuous wordt gevormd door will of shall gevolgd door be + een werkwoord dat eindigt in -ing.

1 Je gebruikt de Future Continuous als je wilt aangeven dat iets aan de gang is op een bepaald moment in de toekomst.

Next week we'll be walking in Madrid.
Tonight we'll be dining with Steve.

2 De Future Continuous wordt ook gebruikt als een beleefde manier om te vragen naar iemands plannen.

Will you be needing the car?
Will you be going to Steve's tonight?

No Continuous

Bij de volgende werkwoorden gebruik je de Continuous niet. In plaats daarvan gebruik je de Simple Past of Present.

believe
 
I believe you.
belong
 
You don't belong here.
exist
 
Vampire bats really exist.
forget
 
I forgot all about it.
hate
 
I hate that sound.
hear
 
I hear you!
know
 
He knows all about it.
like
 
She doesn't like me.
love
 
I love you.
need
 
I need you.
own
 
He owns a club.
possess
 
He possesses some weird stuff.
prefer
 
He prefers blondes, not me.
remember
 
Yeah right, I remember you.
see
 
I can't see you!
understand
 
I don't understand her.
want
 
I want you.

Oefen de Continuous

in welke zin staat de Present Continuous
vul de ontbrekende woorden in
waar staat de Present Perfect Continuous?
vul de ontbrekende woorden in
in welke zin staat de Present Continuous?
waar staat de Past Continuous?
waar staat de Present Perfect Continuous?
vul de ontbrekende woorden in
waar staat de Past Continuous?
waar staat de Past Perfect Continuous?