Past Continuous
De Past Continuous wordt gemaakt met het hulpwerkwoord was/were + een werkwoord dat eindigt in -ing.
1 De Past Continuous wordt het meest gebuikt bij gebeurtenissen die al aan de gang waren op een bepaald moment in het verleden.
What were you doing yesterday morning?
Last time he was diving in Thailand.
Last time he was diving in Thailand.
2 Vaak wordt de Past Continuous gebruikt samen met de Past Simple. De Continuous verwijst dan naar een gebeurtenis, en de gewone verleden tijd naar iets wat dat onderbreekt.
Lisa was dancing with Jake, but when she saw me she stopped.
The phone rang while we were having a bit of fun.
The phone rang while we were having a bit of fun.
3 Verder wordt de Past Continuous gebruikt bij situaties die tijdelijk zijn.
I was singing in a band last year.
She was running downstairs when the roof collapsed.
She was running downstairs when the roof collapsed.
4 De Past Continuous wordt ook gebruikt om wat vriendelijker over te komen.
He was hoping you were coming.
I was wondering why you left.
He was thinking of calling you.
I was wondering why you left.
He was thinking of calling you.