Past Simple
De Past Simple is de Onvoltooid Verleden Tijd
1 De Past Simple wordt gebruikt bij situaties of acties die nu niet meer bestaan of kloppen.
My girlfriend lived in Essex.
His car was red.
2 De Past Simple gebruik je ook als er een tijdsbepaling in de zin staat die een vastomlijnde periode in het verleden aangeeft.
He kissed her last night.
3 De Past Simple kan in sommige gevallen gebruikt worden om naar het heden of zelfs de toekomst te verwijzen. Dat gebeurt:
- na if, as if, as though en suppose:
You look as if you went mad.
It's as though she saw a ghost.
Suppose we went to London?
- na it's time, would rather en wish:
I would rather you came now.
I wish I had a better car.
- bij sommige uitdrukkingen waar het gebruik van de verleden tijd de boel net wat vriendelijker maakt:
I thought you might like this.
- ook could, should en would verwijzen vaak naar heden of toekomst. Ook dit klinkt dan net even wat vriendelijker:
Alice should be here soon.
Would you come this way, please?
Past Continuous
De Past Continuous wordt gemaakt met het hulpwerkwoord was/were + een werkwoord dat eindigt in -ing.
1 De Past Continuous wordt het meest gebuikt bij gebeurtenissen die al aan de gang waren op een bepaald moment in het verleden.
Last time he was diving in Thailand.
2 Vaak wordt de Past Continuous gebruikt samen met de Past Simple. De Continuous verwijst dan naar een gebeurtenis, en de gewone verleden tijd naar iets wat dat onderbreekt.
The phone rang while we were having a bit of fun.
3 Verder wordt de Past Continuous gebruikt bij situaties die tijdelijk zijn.
She was running downstairs when the roof collapsed.
4 De Past Continuous wordt ook gebruikt om wat vriendelijker over te komen.
I was wondering why you left.
He was thinking of calling you.
Past Perfect
De Past Perfect wordt ook wel Pluperfect genoemd en heet in het Nederlands de Voltooid Verleden Tijd. Het wordt gemaakt door het hulpwerkwoord had samen met een voltooid deelwoord.
1 De Past Perfect wordt gebruikt als je het het al over het verleden hebt, maar nog verder terug in de tijd gaat.
I could tell from her face that she had seen John.
2 De Past Perfect wordt vaak gebruikt bij tijdsbepalingen zoals when, after, as soon as en just.
After I had bought my new computer, I sold my old one.
3 Na if, if only, wish en would rather verwijst de Past Perfect naar gebeurtenissen die nooit hebben plaatsgevonden.
I wish I had said yes.
I would rather you had told me.
Past Perfect Continuous
De Past Perfect Continuous maak je met het had gevolgd door been + een werkwoord dat eindigt in -ing.
Je gebruikt het als je praat over iets dat duurde tot het moment in het verleden waar je het over hebt.
I had been kissing Joan when her ex phoned.
When they finally arrived, I had been waiting one bloody hour.