Present Perfect
De Present Perfect heet in het Nederlands de Voltooid Tegenwoordige Tijd. Het wordt gemaakt door het hulpwerkwoord have of has samen met een voltooid deelwoord.
1 De Present Perfect wordt gebruikt als je het hebt over afgelopen gebeurtenissen die nu nog van belang zijn.
I've been to many places, but not this one.
2 De Present Perfect gebruik je ook als je het hebt over iets dat van lange duur of permanent is. Vaak staat er dan ook een tijdsbepaling bij zoals all my life en for years.
He hasn't worked for years
3 De Present Perfect wordt vaak gebruikt als er nieuws gemeld wordt.
Fire has broken out.
Amerikanen gebruiken hier echter gewoon de Past Simple.
Fire broke out. (USA)
4 De Present Perfect gebruik je ook bij 'vage' tijdsbepalingen die geen vastomlijnde periode aangeven. Voorbeelden zijn: ever, never, yet, already, since, before, for en just
She's never kissed a guy.
Has he phoned you yet?
I've already told her twice.
I'm sure we have met before.
Just is overigens een gevalletje apart. De Engelsen gebruiken hierbij de Present Perfect, maar de Amerikanen de Simple Past.
She just went out (USA)
Present Perfect Continuous
De Present Perfect Continuous maak je met het hulpwerkwoord has of have gevolgd door been + een werkwoord dat eindigt in -ing.
1 De Present Perfect Continuous gebruik je als je het hebt over situaties die in het verleden begonnen zijn en voortduren tot het heden.
You look hot... Yes, I've been running.
2 De Present Perfect Continuous wordt met name gebruikt bij acties en situaties die tijdelijk van aard zijn.
She's been lying in bed all morning.
3 De Present Perfect Continuous geeft aan dat iets nog niet is afgelopen. Als het wel afgerond is gebruik je de Present Perfect.
(het is nog niet uit)
I've read your book
(ik heb het uit)
Past Perfect
De Past Perfect wordt ook wel Pluperfect genoemd en heet in het Nederlands de Voltooid Verleden Tijd. Het wordt gemaakt door het hulpwerkwoord had samen met een voltooid deelwoord.
1 De Past Perfect wordt gebruikt als je het het al over het verleden hebt, maar nog verder terug in de tijd gaat.
I could tell from her face that she had seen John.
2 De Past Perfect wordt vaak gebruikt bij tijdsbepalingen zoals when, after, as soon as en just.
After I had bought my new computer, I sold my old one.
3 Na if, if only, wish en would rather verwijst de Past Perfect naar gebeurtenissen die nooit hebben plaatsgevonden.
I wish I had said yes.
I would rather you had told me.
Past Perfect Continuous
De Past Perfect Continuous maak je met het hulpwerkwoord had gevolgd door been + een werkwoord dat eindigt in -ing.
Je gebruikt het als je praat over iets dat duurde tot het moment in het verleden waar je het over hebt.
I had been kissing Joan when her ex phoned.
When they finally arrived, I had been waiting one bloody hour.