De Continuous is één van de drie -ing vormen en het wordt gebruikt bij gebeurtenissen die aan de gang zijn, precies op het moment dat je er over praat. Dat kan in het heden zijn, maar ook in het verleden of de toekomst.
Bij de Continuous eindigt het werkwoord altijd in -ing en het werkwoord gaat altijd samen met een vorm van het hulpwerkwoord to be. Als to be ontbreekt, is het geen Continuous, maar een andere -ing vorm!
de Present Tense - oefening 9
Vul de ontbrekende woorden in. Klik op Hint voor een aanwijzing.
been been walking broken has have have been have lived lying waiting worked